Een masterclass in het Noordwijk aan Zee van rond 1900
Jan Hillebrand Wijsmuller was toen hij Noordwijk op zaterdag, 2 juli 1898 voor het eerst bezocht drieënveertig jaar. Als kunstschilder had hij z’n sporen al verdiend. Z’n deelname aan wereldtentoonstellingen en exposities van het Glaspalast in München maken duidelijk dat hij zelfs internationaal behoorlijk aan de weg timmerde. Bij vele van die tentoonstellingen zoals in Chicago, Parijs, Barcelona, St. Louis, Antwerpen en Nice werd hij voor zijn werk onderscheiden met zilveren en gouden medailles. Kortom: een schilder van topniveau! Zijn bijnaam was evenwel mogelijk de mooiste prijs: Jan de Goeierd! Een omschrijving die hij aan de kwaliteit van zijn werk had kunnen ontlenen, maar waarvan de werkelijke betekenis verwijst naar zijn sociale inslag; hij was altijd bereid anderen te helpen. Dat was in 1898 ook de reden om naar Noordwijk te komen.
Wie in Noordwijk had er hulp nodig? Ludolph Berkemeier was in vergelijking tot Jan Wijsmuller bijna tien jaar jonger. Hij was in 1891 na acht jaar studie als landschapsschilder aan de Academie in Weimar afgestudeerd. Vanuit z’n opleiding was Berkemeier vertrouwd met het onderwijssysteem waarbij een oudere meer ervaren schilder met z’n leerlingen naar buiten trok en waarbij de lerenden de kunst konden afkijken van de meester. In 1893 keert hij in Nederland terug en vestigt zich onder de rook van Amsterdam in Baambrugge (Abcoude). Hij wordt lid van de Amsterdamse kunstenaarsvereniging Arti et Amicitae waar Wijsmuller in de jaren 1894 – 1897 als vicevoorzitter een bestuursfunctie vervulde met als speciale taak de opvang van jonge collega’s. Mogelijk kenden de twee elkaar al van hun gemeenschappelijke deelname aan de tentoonstellingen van het Glaspalast in 1889 t/m 1892. Op 28 oktober 1896 koopt Berkemeier huis Dorpzicht, Hoofdstraat 149 te Noordwijk aan Zee. Hij probeert in de badplaats in opkomst een toekomst op te bouwen. Ludolph Berkemeier die als schilder aan het begin van z’n carrière staat, ontmoet hier een coryfee die het gewend is om anderen op sleeptouw te nemen. Ze trekken samen door het zeedorp en kiezen er hun schilderplekken.
Een van de plekken waar ze hun schilderspullen neerzetten is in het duingebiedje tussen de achterkanten van de huizen van de Jan Kroonsweg en de Noordzeesteeg. Ludolph Berkemeier heeft wat hoger gezeten waardoor hij achter de huizen van de Noordzeesteeg ook nog net de zee, het huis van de gebroeders Duindam waar in 1911 pension Hollander gebouwd zou worden en de boerderij van Marbus kon zien. Hij kon z’n mentor Wijsmuller die wat lager, net naast en voor hem zat, goed in de gaten houden. Mogelijk mede door deze lessen kon Berkemeier uitgroeien tot een voortreffelijk kunstenaar.
Op 12 oktober 1898 na ruim drie maanden vertrekt Wijsmuller weer uit Noordwijk. In 1902 zou hij een dergelijk werkbezoek herhalen. Honderdtwintig jaar later, in het jaar 2022 hoopt Museum Noordwijk een zomertentoonstelling te kunnen presenteren waarin deze twee schilders en hun samenwerking centraal staan. De heel recente aanwinst ‘Huisjes aan de Noordzeesteeg te Noordwijk’ van de meester Jan Hillebrand Wijsmuller zal bij die tentoonstelling te zien zijn.